
VoorPublicatie
Bijschriften
Aangezien alles en iedereen los en onafhankelijk bestaat maar samenhangt en betekenis krijgt door alles en iedereen eromheen, de context. krijg ik steeds meer zin in het schrijven van bijschriften, in de zin van korte mededelingen die een betekenis van een voorwerp of afbeelding verduidelijken, als de aan een bestand gekoppelde tekst, in toegevoegde opmerkingen aan een afgedrukte afbeelding, als een inschrift of een voetnoot. Mijn schrijven is bijschrijven.
Iris Murdoch en een filosofie van de liefde
Grote levensvragen zoals, wat wil je van, in en met je leven, houden me meestal van de straat en omdat het enige, echte antwoord nooit komt, is elke schijn hiervan welkom. Het is meestal een kortstondig moment van in-zien (in plaats van zien) dat vaak ’s nachts in het donker gebeurt en bij daglicht tot een vage schim van inzicht verbleekt. Toen het toch op een blauwe maandagochtend plaatsvond, werd ik geraakt. Alleen al daarom werd het voor mij betekenisvol. Of het nu inderdaad hout sneed of niet. In de huidige tijd ben ik het vrijblijvende, beloftevolle getreuzel kwijt dat voorheen (door de lange tijd die nog voor me lag) gerechtvaardigd leek. Vroeger kon er nog van alles gebeuren. Nu heb ik een beter afzienbare tijd van leven voor ogen. Nog een kwart stel ik me voor, als er geen haast is. En als het goed is en As good as it gets! De gegeven Tijd is uiteindelijk het grootste goed waarmee ik wat wil, kan, hoef. En wat daagde me. Vergeef me de pathetiek: L.I.E.F.D.E, niet alleen in eigenbelang maar als een algemener begrip, te willen inzetten. Zoiets ideaals, dat ik iedereen die mij dierbaar is, en iedereen die ik zelfs niet ken, gun. Als een energiestroom van aandacht, genereus naar buiten en naar binnen. Mijn zelf, het ik, overstijgend. O jee. Ik zocht, zonder het te weten, naar het woord ‘zelfvergetelheid’ dat ik die ochtend in het boek van Katrien Schaubroeck over Iris Murdoch Een filosofie van de liefde, vond (27). Het moest even bezinken. Was het dat inderdaad?

In de inauguratierede die Joe Biden 20 januari 2021 hield, kwam het woord Love voor, in de vereniging van verschillende meningen met een gemeenschappelijk doel, namelijk ‘A Good Life’ dat zelfs de scheidende Trump in zijn speech wenste voordat hij, hopelijk voorgoed, van het politieke wereldtoneel vertrok. Met Trumps grote achterban in het achterhoofd, die denkt dat hij het goede wil, en deze mensen als een, of zelfs dé werkelijkheid te zien, een gevaarlijke, werkt ‘jezelf vergeten’ natuurlijk helemaal niet. Zelfs niet als politiek-, maatschappelijk- en klimaatcorrect denkend iemand. Iris Murdoch vroeg zich, zoals Wittgenstein, Sartre en Ayer, medefilosofen met haar na de WO II de Holocaust, af, in The Sovereignty of Good, wat een moreel goed leven is. Waarachtig, eerlijk en liefdevol. Het kan alleen maar door liefde, door met aandacht te kijken naar de ander, naar de wereld, om de werkelijkheid objectief te kunnen zien. Met het vergeten van het Dikke, Onverbiddelijke en Meedogenloze Ik, het Zelf. Het DOMme ik. Maar is het wel realistisch? De natuur van de mens is angstig en uit op zelfbescherming, schrijft Schaubroeck. Dat een mens zichzelf overstijgt – van ego naar bewustzijn – geweldig natuurlijk maar hoe dan bijvoorbeeld? Murdoch geeft een voorbeeld. Mokkend, kwaad en bezorgd is zij om iets wat iemand over haar gezegd heeft. Ze is zich op dat moment niet bewust van haar omgeving. ‘Toevallig kijkt ze uit het raam. Daar ziet ze ineens een zwevende torenvalk. In een oogwenk is alles veranderd.’ (28) Wèg vallen gekwetste ijdelheid en gekrenkte eer. In haar bewustzijn is er nu niets anders dan de op muizen(issen) gefocuste, zoals dat heet, ‘biddende’ torenvalk. Genieten van natuurschoon is de meest toegankelijke route naar morele verandering, als die gewenst wordt. Bestaat de mokkende ik niet bij gratie van de zichzelf overstijgende en andersom?
Eine kleine Geschichte
Laatst, eigenlijk gisteren, hoorde ik een verhaaltje als grappig begin voor een stukje, bijna zoals een couponnetje stof van een elegant gezellig kledingstuk doet fantaseren. Al winkelend bij de kassa van een groot Zweeds warenhuis zag hij, de stem in deze, een mooi jong meisje een enorme hoop spullen aankopen, met behulp van waarschijnlijk haar vader. Ga je op kamers wonen, was de joviale, beetje naar de bekende weg, kennelijk ook in een genereuze stemming, vraag aan haar. Het meisje had ook nog mooie ogen. Maar ze bleek niet op haar lieve mondje gevallen: Nee ik begin een eigen warenhuis! Haha, raak! Op een willekeurige route in de buurt voor een dagelijkse corona wandeling, de frisse neus gericht op iets maar dan ook maar iets van buitenaf, een visuele prikkel anders dan de huiskamer en de supermarkt, viel het oog van de stem op een interessante etalage van een winkel die natuurlijk niet open was en waarin drie etalagepoppen gekleed waren in een meteen herkenbare stijl, herkenbaar omdat ze alle drie iets eigens hadden. Bestaande stoffen leken verknipt en opnieuw genaaid te zijn in wat een broek was maar net iets anders, in een jas die er net ambachtelijker uitzag dan confectie, in een gilet of blouse die zich onderscheidde door de combinatie van verschillende textiele stoffen, patronen en vooral veel verschillende knopen. De knoop als handtekening van de kleermaker.
Thuisgekomen zocht zijn vriendin die zich als zijn vrouw gedroeg, de website op, Das WerkHaus bleek niet in Berlijn-Mitte te zetelen zoals hij eerder vermoedde, maar in Keulen en in Amsterdam verschillende filialen te hebben. Hier op de Haarlemmerstraat ook dus. De uitverkoop trok zoals altijd de aandacht van de verloofde die zich als echtgenoot gedroeg, en van de vrouw met wie hij innig verknoopt was. Aan beide kanten van de eettafel die tot een anderhalve meter in de vierkante werktafel was omgedoopt stonden de laptops op zaterdagmiddag, tegen vijven, gloeiend de site van het kledingmerk te bezoeken. Er ontstond een symmetrische hilariteit, ten eerste over de toegankelijke prijzen, of nee ten eerste natuurlijk over de ontwerpen, de aanpak, de vorm, het net iets afwijkende gebruik van klassieke en traditionele kledingvormen met waarschijnlijk couponnetjes, nou ja rollen en banen van restanten, opgekochte stoffen om de kringloop op een hoger niveau dan de brandstapel te brengen. Dat met een inventiviteit en speelsheid zodat een krijtstreepje zelfs grappig wordt. Welke kunstenaar uit Duitsland maakte geestig werk? Joseph Beuys, Gerhard Richter, Anselm Kiefer, prachtig en interessant werk maar ook heel serieus. Martin Kippenberger was misschien de enige die echt een astrante gevatheid (astrant als gewaagd, gedurfd werd net in een gelezen tekst opgezocht en in een tijdelijke woordenschat opgeslagen) in zijn oeuvre vertoonde, Sigmar Polke heeft het wel geprobeerd, maar schuurde er tegenaan. Gel, hoe zat dat in de mode, de Duitse mode. Mode niet als hoogstaand knip- en naaiwerk maar als draagbaar en duurzaam. Kennis hiervan beperkt, in flarden, Karl Lagerfeld, Jil Sander, en een Duits merk waarvan de naam even niet te binnen schiet maar de kwaliteit wel, als van een Beiers kledingdracht dat een leven lang in de koude bergen meekan. Degelijk, klassiek. Des te interessanter dus deze aanpak. We are going to spend an incredible amount of money, citeerde de verloofde uit een film (Pretty Woman?) en vulde het winkelwagentje. Uniseks bleek de lijn ook nog eens. Dus borsten en billen opmeten want als er in de symbiose van de verloving iets leuk is dan gaat het juist om de verschillen hierin, size matters. Hoeveel stuks werden er meteen besteld? Dezelfde en de volgende dag werden de bruine papieren #1659 en #1660 zakken opgehaald. Aangehecht met een beige label. Gepast en geshowd, de catwalk zu Hause. Een wandeling naar het Singel om de bestelling, de derde al, op te pikken. Met mondkapje en Luis kijken wat er hangt in de megagrote winkel met naaimachine, en helaas ook wat kunst van de kleermaker zelve, maar dat is een ander chapiter en doet er nou even niet toe. Niet in alle situaties de strenge blik van de kunstkijker toepassen! De verzamelaar daarentegen steekt onvermijdelijk de kop op. Er wordt in het boudoir aan een speciale waslijn de collectie uitgestald, en geteld, 16 stuks totalement. Het uitzicht vanuit bed hierop geeft een moment van hoog genot en deze verplaatsing van locatie is een verrassing op zich. Het doet denken aan aparte garderobes, samen een nieuwe kledingkast, nee samen een nieuwe winkel zu Hause, en dat kan een begin van eine kleine Geschichte von Liebe worden.
Insta Affiniteiten

In Affinities, an unknown but desired future is written. Subjective fiction is turned into non-fiction and impersonal facts through the act of writing in images and words. Affinities are mixed together like ingredients and preparations for an authentic, real life. An anti-biographical web emerges as a collective intellectual property across the linear progression, through time. Any similarity to existing persons or events is based on coincidence. The character therefore bears a resemblance to the author and many others.
Affinities Reflections by Edna van Duyn
an affinite eye Gerrie van Noord
affinitive design Marius Hofstede
308 pp paperback 120 x 190 x 22 mm ill Dutch
ISBN 9789083023410

Mijn blog volgen
Krijg nieuwe content direct in je mailbox.