
Door een uitnodiging om naar Keulen te komen, kan ik mijn mooie-dingen-liefhebber iets laten zien en het zelf opnieuw beleven. Misschien kent hij het al. Als eerste beloning na de treinvertraging, de coronacheck, het mondkapje en een bankpasweigering komt in beeld: de indrukwekkende Siegfried Anzinger van een kar. ‘Terugkerend thema in zijn werk’ lees ik in het sobere pocketje dat alle zaalteksten vervangt. Een rechthoekige ruimte op poten, wielen, waarvan de functie afhankelijk is van de plaats in de omgeving. Een handkar voor transport tot en met een circuswagen, het kan voor van alles dienen. Hier staat het (Ohne Titel, 1996) op een soort helling met een onbestemd doel. Prachtig opgehangen in de hoek van de trap die de bezoeker bestijgt, waardoor je dit doek nadert dat de aandacht vraagt nergens aan voorbij te lopen. Als een poort waarna de bezoeker zich voorneemt om te beginnen met kijken in plaats van zien. Anticiperend op werken die betekenis, toewijding en reflectie in zich dragen wanneer de kijker bereid is via het zien van kleur, vlak en vorm door te dringen in wat de kar vervoert. De Oostenrijkse kunstenaar, geboren in 1953, wil het zichtbare bijna onzichtbaar maken, op een plek waar het helemaal vrij aanschouwd kan worden. Het Kolumbamuseum is zo’n vrijplaats.
Prachtig Edna, mooi werk en zo’n rake tekst/column van jou, raakt me.
Mooi weer vandaag. Ik ga naar de tuin. Als je (of jullie) zin hebben om vanmiddag op thee of glaasje te komen: Welkom
Liefs, Wilma
Verstuurd vanaf mijn iPhone
>
LikeLike