
Op een corona stadswandeling in november 2020 zag ik in de etalage van boekhandel Xantippe op de Prinsengracht essays met een voorwoord van Marja Pruis liggen. Van ongeveer alles wat Pruis raadpleegt wil ik kennisnemen. Pruis inspireert overtuigend. Ook De Overvloed bracht me op nieuwe gedachten en inzichten. Een keuze van Dillard zelf uit haar in de VS succesvolle non-fictie. Maar is het wel non-fictie begon ik me snel af te vragen. Dillard schrijft over de natuur bijvoorbeeld als iemand die erin gelooft en eraan toegewijd is, die zich wil overgeven zonder drama. Wat haar fascineert is de grootsheid van de natuur (oké de schepping) en de mens als klein onderdeel daarin. Dat trekt me, dat relativeert. In de natuur zou ik willen opgaan. Dillard wordt wel geassocieerd met een mystica. Nu heb ik persoonlijk niets met mystiek maar als iemand schrijft met zoveel zichtkracht (is dat een woord, maar laat ik het zo maar zeggen), dan is het meeslepend. Zij kijkt en schrijft en dan wordt het sterker en groter dan de schrijver en de lezer. Bezielend. En dan ben ik ook benieuwd naar waarom mensen willen schrijven en wat ze hieraan verbinden. The Writing Life wordt ook door Atlas Contact, hopelijk weer in zo’n goede vertaling door Henny Corver, in 2022 uitgebracht. Ik geniet vast voor door het lezen van de Three trilogie waarin ook Pilgrim at Tinker Creek en An American Childhood zijn opgenomen. Vergelijkend met wat Dillard heeft opgenomen in The Abundance en de inleiding van Pruis opnieuw lezend worden de elkaar versterkende tegenstellingen duidelijk, van ernst en zachtheid, devotie en woestheid, van nuchterheid en hysterie, van focus en dolen in een wereld waarin een mens kan samenvallen met wat hij ziet. Een zoektocht naar schoonheid als een gratuit geschenk, het enige is zorgen dat je op dat moment erbij bent, net als Dillard zelf.

Mooi en interessant, inspirerend. De zichzelf versterkende tegenstellingen, herkenbaar in veel karakters, maken me benieuwd.
LikeGeliked door 1 persoon